Aster is een plantengeslacht uit de Asteraceae familie. Voor dit geslacht van vaste planten staan er 78 verschillende planten in onze database.
Hieronder kunt u een overzicht bekijken van de planten in onze database die onder het plantengeslacht Aster vallen.
Gebruik de onderstaande links om snel door te gaan naar specifieke informatie op deze pagina:
De aster is een graag geziene vaste plant. Er zijn verschillende soorten asters te koop. Van zomer- tot herfstasters. Voor welke soort u ook kiest, alle planten hebben bloemen in vrolijke kleuren. De aster bloeitijd is ook vrij lang, van mei tot en met oktober, waardoor u lange tijd geniet van een zee van kleur in uw tuin. Daarnaast is de nectar van de plant geliefd bij hommels, bijen en vlinders. Net als andere vaste planten, dient u ook de aster te snoeien.
Wanneer u de aster moet snoeien, is een beetje afhankelijk van het type aster. U kunt in ieder geval de plant na de bloei wat terugsnoeien. In het voorjaar, wanneer er geen vorst meer wordt voorspeld, kunt u opnieuw de aster snoeien. Dan tot ongeveer een handbreedte boven de grond. Breng na het snoeien van de aster wat compost rond de basis van de plant aan. Het is raadzaam om een scherpe snoeischaar te gebruiken tijdens het snoeien van de aster. Zorg ook dat deze geen vuile delen bevat, waarmee u de plant kunt infecteren.
De aster is qua verzorging geen moeilijke plant. Staat de plant in de volle grond, dan heeft deze nauwelijks bewatering nodig. Alleen na het planten van de aster en tijdens droge, hete periodes doet u er goed aan de plant water te geven. Wanneer het voldoende regent, hoeft u dus de aster geen water te geven. Bij een aster in bloempot of plantenbak dient u vaker de gieter te pakken. Zorg bovendien dat het te veel aan water goed weg kan. Gaat de plant hangen, dan betekent dit dat hij dorst heeft en te heet staat.
De meeste asters zijn tevreden met een jaarlijkse bemestingsbeurt. Alleen als de plant in een niet voedzame grond is geplaatst, zult u vaker wat voedingsstoffen moeten geven. U kunt het beste in het voorjaar, na het snoeien, de aster bemesten. Zo krijgt de plant voldoende voedingsstoffen voor het nieuwe bloeiseizoen. Desgewenst kunt u tijdens de bloeiperiode de plant nog van een extra portie voorzien, maar doorgaans volstaat eenmaal per jaar. De meeste asters zijn winterhard (niet alle soorten), maar ze zijn niet wintergroen. In het late najaar verliest de plant zijn blad, om in het voorjaar weer uit te lopen. Een winterharde aster heeft in principe geen speciale winterbescherming nodig, maar het kan geen kwaad om het gebied rondom de wortels met mulch of takjes te bedekken.
Kies als standplaats voor de aster een plekje in de zon uit. De plant houdt van zonneschijn. Niet de hele dag zon in uw tuin? Een plaats in halfschaduw kan ook. Wat betreft de grond, stelt de plant niet heel veel eisen. Een voedzame, licht vochtige en goed doorlatende grond is de beste standplaats voor de aster. Het water dient goed weg te kunnen, want de plant mag niet te nat staan. Als de tuinbodem niet veel voedingsstoffen bevat, kunt de grond mengen met wat compost of meststof. Zo kan de plant beter groeien.
Gaat u meerdere asters planten? Zorg er dan voor dat de planten voldoende ruimte hebben. Als de plant te krap moet groeien, vormt deze minder bladeren en wordt instabiel. Na het planten van de aster geeft u de plant rijkelijk water om het wortelen te stimuleren.
U kunt de aster stekken of delen. Ook groeit de plant uit zaden. U kunt deze verzamelen van de bestaande plant, maar u kunt ook de plant zijn gang laten gaan en zichzelf laten uitzaaien. Door via zaden de aster te vermeerderen, is er geen garantie op gelijkenis van de plant. Met delen en stekken van de aster krijgt u wel een kopie van de plant terug.
U kunt het beste in de lente de aster stekken. Snijd van een gezonde moederplant een stukje stengel van ongeveer vijftien centimeter en verwijder de onderste bladeren. Laat drie tot vier bovenste bladeren zitten. Zet het stekje in een potje met stekgrond. Zorg dat de grond lichtvochtig blijft. Als de stek wortelt en groeit, kunt u deze verplaatsen naar uw tuin.
Na ongeveer twee jaar kunt u de aster vermeerderen door de plant te scheuren. Geadviseerd wordt dit zeker om de vier jaar te doen. In het voorjaar of na de bloei graaft u de plant op uit de grond en scheurt de kluit in twee of drie delen. Werk voorzichtig zodat u wortels en nieuwe scheuten niet beschadigt. Oudere delen haalt u weg en jongere delen plant u opnieuw. Kies als standplaats van de nieuwe aster weer een zonnige plek uit en geef direct voldoende water.
De aster is een sterke plant, maar is wel gevoelig voor meeldauw. Vooral na een warme zomer en regenachtig weer kan deze schimmel de kop opsteken. U herkent meeldauw aan een stoffig wit poeder, meestal op de bladeren, maar soms ook op de bloemen en stengels. Het is belangrijk aangetaste delen direct te verwijderen. Om meeldauw te voorkomen kunt u tijdens de verzorging van de aster het beste water geven aan de voet van de plant en niet over de bladeren. Daarnaast is het belangrijk dat de bodem niet te lang uitgedroogd is en kunt u de aster bemesten met stikstofrijke meststof tijdens de zomer.