Magnolia, in het Nederlands ook wel Beverboom genoemd, is een plantengeslacht uit de Magnoliaceae familie. Voor dit geslacht van heesters staan er 7 verschillende planten in onze database.
Hieronder kunt u een overzicht bekijken van de planten in onze database die onder het plantengeslacht Magnolia vallen.
Gebruik de onderstaande links om snel door te gaan naar specifieke informatie op deze pagina:
Het is niet nodig om uw magnolia te snoeien. De boom of struik heeft van nature al een erg mooie vorm. U mag uw magnolia echter wel snoeien, mocht u dat graag willen. Als de beverboom bijvoorbeeld te groot wordt of als u het gevoel heeft dat de plant niet meer bestand is tegen een storm.
Kiest u ervoor de beverboom te snoeien, doe dit dan na de bloei in de maand mei of juni. Doe dit idealiter uiterlijk voor 21 juni, ook wel bekend als de langste dag van het jaar. Het snoeien van uw magnolia kunt u in principe elk jaar of om de paar jaar doen. Pas wel op dat u niet te veel snoeit. Dat kan er namelijk voor zorgen dat de magnolia het jaar erop niet bloeit.
U snoeit uw magnolia door het inkorten van een tak. Knip vlak boven een knop of boven een goed ontwikkelde zijtak. Sla dikke takken over. Gebruik voor het snoeien een snoeischaar, takkenschaar of een boomzaag.
Het is belangrijk dat de bodem waar uw magnolia in staat niet te snel uitdroogt. Geef de magnolia extra water in de warme zomermaanden of als het een tijdje droog is. De eerste twee jaar na het planten van uw magnolia is extra water geven in droge perioden zeer belangrijk. Dit heeft de boom of struik nodig om beter aan te slaan.
Strooi regelmatig een mulchlaag van compost. Dit mag ieder jaar voor de bloei en eventueel nog lichtjes in de zomer, rond de maand juni. Strooi dit rondom de stam van de beverboom, maar niet direct er tegenaan. Deze mulchlaag geeft niet alleen voedingsstoffen af aan de plant, maar ook humus. Humus zorgt ervoor dat vocht beter kan worden vastgehouden.
Let er wel op dat u het organische materiaal alleen erop strooit en niet in de grond harkt. De wortels van de magnolia liggen dicht aan het oppervlak waardoor u ze kunt beschadigen.
Het planten van uw magnolia doet u in het vroege voorjaar. Kies voor uw magnolia een plek met zon of halfschaduw en het liefst uit de wind. Houd voor de plantafstand de volwassen breedte aan. Zoals hierboven ook al is benoemd, houd de beverboom van een waterdoorlatende bodem. Onvoldoende waterdoorlatendheid zorgt er namelijk voor dat de wortels kunnen gaan rotten. De plant kan niet goed tegen kalk. Daarentegen is een zure grond geen probleem.
Graaf een ruim gat voor de beverboom. Zorg ervoor dat deze minstens zo diep is als de hoogte van de kluit en twee keer zo breed als de kluit. Meng bemeste bladaarde of tuinaarde door de uitgegraven grond om deze te verbeteren. Zet de wortelkluit in het gat en zorg er voor dat de bovenkant gelijk komt te staan met de grond. Vul het gat vervolgens voorzichtig met de verbeterde aarde en druk deze voorzichtig aan.
Heeft u gekozen voor een grote magnolia? Plaats dan ook een of meerdere boompalen voor de stevigheid. Bekijk eerst waar de wind vandaan komt, aan deze kant plaatst u de boompaal. Vaak is dit op het zuidwesten. De paal plaatst u 15 tot 30 centimeter van de stam af. De stam bindt u vervolgens aan de boompaal met een boomband.
Wilt u uw magnolia stekken? Dan is dat zeker mogelijk. Wel met de kanttekening dat dit niet heel eenvoudig is. Stek uw plant het liefst in het voorjaar. Kies voor het stekken van uw magnolia een jonge tak. Knip een stuk van 10 tot 20 centimeter van de top af. De onderste bladeren verwijderd u. Snijd de tak schuin af doop in stekpoeder. Het stekje stopt u vervolgens in een potje met stekgrond die u licht bevochtigd heeft. Dek het potje af met een plastic zakje. Geef af en toe water.
U kunt er ook voor kiezen om uw magnolia te vermeerderen. Dit is een stuk makkelijker. Om de beverboom te vermeerderen, buigt u een tak naar de grond en maakt u een inkeping op deze plek. Verwijder het blad van de tak en duw hier een steentje of stokje in. Zo blijft deze open staan. De tak begraaft u vervolgens. Houd een diepte van 10 tot 15 centimeter aan en leg hierna er een steen op.
De top van de tak mag boven de grond uit komen. Nieuwe wortels zullen binnen een jaar gaan groeien. Zodra dit gebeurd is kunt u de nieuwe en oude plant van elkaar scheiden.
Over het algemeen heeft de magnolia weinig last van ziekten. Een ziekte die wel, in uitzonderlijke gevallen, voorkomt bij de magnolia is de bladvlekkenziekte. U herkent dit door zwarte vlekken op de bladeren. Mocht uw beverboom dan toch deze ziekte oplopen, dan kunt u dit eenvoudig verhelpen door het verwijderen van de aangetaste bladeren.