Rapunzel (Phyteuma) is een plantengeslacht uit de Campanulaceae familie. Voor dit geslacht van vaste planten staan er 3 verschillende planten in onze database.
Hieronder kunt u een overzicht bekijken van de planten in onze database die onder het plantengeslacht Rapunzel vallen.
Gebruik de onderstaande links om snel door te gaan naar specifieke informatie op deze pagina:
Rapunzel is een plant die zijn oorsprong vindt in de bergen. Tegenwoordig groeit de plant op veel meer plekken, van bossen tot grasland. Rapunzel is uitermate geschikt voor een rotstuin en kan gebruikt worden tussen stenen of in een stapelmuur als een soort ‘voegenvuller’. De plant is geliefd bij insecten, voornamelijk bijen en hommels, dankzij de hoeveelheid stuifmeel en de snelle aanmaak van nectar. Hommels zijn dan ook de belangrijkste bestuivers. In principe hoeft u rapunzel niet of nauwelijks te snoeien. Om zaadvorming te voorkomen, is het wel aan te raden oude bloemen weg te halen.
Qua verzorging heeft rapunzel weinig eisen. De plant is een opvallende verschijning vanwege zijn paarsblauwe, bijna zwart gekleurde bloemblaadjes. Er zijn ook planten met witte bloemetjes verkrijgbaar. De bloei verloopt ook heel bijzonder, namelijk van onderen naar boven. De meeste zwartblauwe varianten hebben een of twee bloeiaren. De rapunzel bloeitijd is van circa juni tot en met augustus. Na de bloei verwijdert u de uitgebloeide bloemen. Rapunzel is zeer geschikt voor open tuinen waar ook een boom of volwassen heester staat. De plant woekert nauwelijks dus rapunzel snoeien is niet nodig. Zijn behoefte aan water is matig. Daarnaast is rapunzel matig winterhard. De plant kan goed tegen een vorstperiode. Zoals u kunt lezen stelt het onderhoud van rapunzel weinig voor.
Rapunzel planten kan op verschillende manieren. Zaaien van zaden is een manier. Dit kan in het voorjaar (maart/ april) of in het najaar (september/ oktober). De zaden zijn heel fijn. U kunt deze mengen met fijn zand. Een tweede manier is door rapunzel als plant al te kopen en deze dan in uw tuin te zetten. De geadviseerde plantafstand is tussen de vijfentwintig en dertig centimeter, zodat de planten voldoende ruimte hebben afzonderlijk van elkaar verder te groeien.
U kunt rapunzel prima als eenling of in kleine groepjes uitplanten, maar de plant laat zich ook goed met andere planten combineren. Kies als standplaats voor rapunzel een zonnige plek uit. Hier geniet de plant van. Af en toe wat schaduw van heesters, bomen of grote keien kan ook geen kwaad, mocht u een geschikte halfschaduw plaats in uw tuin hebben als rapunzel standplaats. De grond waarin u rapunzel gaat planten dient licht vochtig en matig voedselrijk te zijn, al wordt een droge plaats ook goed verdragen.
U kunt rapunzel vermeerderen. In ieder geval is het zo dat de plant door middel van kruisbestuiving wordt bevrucht (onder andere door de hommels die snoepen van de nectar). Hierdoor zaait de plant zichzelf uit. Maar rapunzel vermeerderen kan ook door de plant te scheuren. Dit zorgt er tevens voor dat de conditie van de plant goed blijft en het zorgt voor verjonging in uw tuin.
Het scheuren van rapunzel doet u in het voor- of najaar. Graaf de plant uit en zorg dat de wortels goed zichtbaar zijn. Een grote kluit kunt u in meerdere stukken steken. Volg de wortels in plaats van ze door te snijden en scheur de plant in gelijke delen. Haal dode wortels weg en halveer de stengels. Graaf voor elke nieuwe plant een gat en vul deze met nieuwe, bemeste tuinaarde. Plaats de plantjes erin en geef de eerste weken de rapunzel stekken wat extra water.