Prunus is een plantengeslacht uit de Rosaceae familie. Voor dit geslacht van heesters en bomen staan er 10 verschillende planten in onze database.
Hieronder kunt u een overzicht bekijken van de planten in onze database die onder het plantengeslacht Prunus vallen.
Gebruik de onderstaande links om snel door te gaan naar specifieke informatie op deze pagina:
De prunus is een prachtige heester die zorgt voor een bloeiend spektakel in uw tuin. Er zijn vele soorten struiken die onder de prunus vallen. Het snoeien van de prunus dient u met beleid te doen. De heester is namelijk behoorlijk gevoelig voor snoeien. Het is ook eigenlijk niet echt noodzakelijk om de prunus te snoeien. De heester wordt vaak alleen geknipt voor het behoud van de vorm.
Wanneer de prunus snoeien? De beste tijd voor het snoeien van de prunus is direct na de bloei. De bloeitijd van de prunus is in het voorjaar dus in mei-juni kunt u met knippen starten. Snoei de takken tot op de dikkere takken terug, op twee centimeter na. U kunt ook tot ongeveer tien centimeter vanaf de stam terugsnoeien.
Wanneer u de heester knipt voor vormbehoud, dan haalt u beschadigde en dode takken weg. Ook kruisende takken die de vorm van de boom verstoren en uitlopers bij de stam kunt u verwijderen. De struik hoeft dan geen energie voor deze groeisels te verbruiken. Bijwerken kan ook in oktober-november nog, maar snoei voorzichtig vanwege de kwetsbaarheid.
Gebruik stevig en scherp gereedschap voor het snoeien van de prunus om de heester zo min mogelijk te beschadigen. Voor oude, stevige takken kunt u het beste een takkenschaar of -zaag gebruiken.
Het verzorgen van de prunus kost u niet heel veel tijd. De heester groeit het beste op een kalkhoudende bodem op een plekje in de zon. Zorg dat de grond niet te nat is. De heester heeft weinig water nodig, alleen bij droge en warme periodes dient u de bodem in de gaten te houden. Bemesting is niet nodig, maar desgewenst kunt u wel ieder voorjaar aan de voet van de struik wat kalk strooien. Zoals gezegd houdt de prunus van kalkhoudende grond.
De prunus is winterhard en verdraagt onze winters prima. Echter, een beetje bescherming en extra verzorging van de prunus tijdens extreme vorst kan geen kwaad, en dan met name voor de wortels. Er zijn bladhoudende en bladverliezende prunusstruiken. Het is belangrijk om de bladhoudende soorten een beschut plekje in uw tuin te geven, zodat deze in de winter bij een snijdende koude wind geen vorstschade oplopen. Late vorst in de eerste maanden van het nieuwe jaar kan helaas de vroege bloei verstoren. Als dit gebeurt, kan het zijn dat u een jaartje geduld moet hebben voordat de prunus weer gaat bloeien.
U kunt in principe het hele jaar door een prunus planten. De heester houdt van de zon. De standplaats van de prunus is dan ook een zonnige plaats, alhoewel halfschaduw ook geen probleem is. De grond is bij voorkeur humusrijk en goed waterdoorlatend. Bij het planten van de prunus is het belangrijk om voor een mooie losse bodemstructuur te zorgen. U kunt desgewenst wat tuinplanten- of aanplantgrond door de bestaande grond heen mixen. Een standplaats voor de prunus uit de wind is ook een goed idee, omdat de struik niet bijzonder diep wortelt. Na het planten van de prunus geeft u water, maar niet te veel. Licht vochtig is voldoende.
Net als veel andere soorten heesters, kunt u ook de prunus vermeerderen door deze te stekken. Het is niet heel veel werk en altijd erg leuk om een zelf gestekte struik te zien groeien. Hoe kunt u de prunus stekken? Kies als stekmateriaal een gezonde, sterke scheut. Vermijd hele dunne en zwakke takjes. Snijd de stekken net onder en boven een knoop af. Kies voor het planten van de stekjes een zonnige plek in de tuin uit en maak een geul in de grond. Om de afwatering van de grond te verbeteren, voegt u wat handjes zand toe. Plaats vervolgens de stekken voor de helft tot tweederde rechtop in de geul, langs de vlakke zijde. Druk de grond aan en geef de stekjes water. De stekken zullen in het voorjaar gaan uitlopen. Geef steeds voldoende water en eventueel wat voeding. U kunt het beste in het najaar pas de nieuwe prunus verplaatsen naar zijn uiteindelijke plek in de tuin.
Er zijn wel wat ziekten waar de prunus last van kan krijgen, maar in de praktijk treden deze zelden op. Een voorbeeld is het plotseling afsterven van takken en bloesems. De prunus heeft dan last van een schimmel, meestal tijdens de bloeitijd. De struik is dan kwetsbaarder. Wanneer dit gebeurt, snoeit u zoveel mogelijk dode takken weg. Het liefst tot een flink stuk in het gezonde hout. Helaas zal van de nieuwe takken een gedeelte afsterven, maar de prunus zelf zal het wel overleven.