Braam (Rubus) is een plantengeslacht uit de Rosaceae familie. Voor dit geslacht van heesters staan er 4 verschillende planten in onze database.
Hieronder kunt u een overzicht bekijken van de planten in onze database die onder het plantengeslacht Braam vallen.
Gebruik de onderstaande links om snel door te gaan naar specifieke informatie op deze pagina:
De braam is een sterk groeiende heester die in mei en juni bloeit met wit of paarse bloemen. De vruchten ontstaan op de jonge scheuten van het voorgaande jaar en zijn heerlijk. U kunt ze zo uit de hand eten. Maar pas op, vogels zijn ook dol op de bramen. Omdat de rubus sterk groeit, dient u deze wel in toom te houden. De braam snoeien is daarom echt een must, want doet u dit niet dan heeft u binnen de kortste keren een oerwoud van bramenplanten die uw tuin volledig overwoekeren.
Het snoeien van de braam doet u bij voorkeur na de oogst in de zomer. Het maakt eigenlijk niet zo veel uit of u dit in augustus, eind september of in november doet. Zolang het nog niet vriest is het prima om de braam te snoeien. Heeft u er in de zomer of het najaar niet aan gedacht om de braam te snoeien? U kunt ook in het vroege voorjaar nog de braam snoeien. Zorg dat het niet vriest en doe dit voordat de rubus begint uit te lopen.
Zoals gezegd dragen de jonge scheuten die het voorgaande jaar zijn ontstaan de vruchten. Deze takken van de braam hoeft u dus niet te snoeien. Alle andere takken die het afgelopen seizoen hebben gebloeid, kunt u terugsnoeien tot dicht bij de grond. Ook zieke, dode en beschadigde takken knipt u af. Jonge scheuten kunt u iets inkorten en zijn er weinig jonge scheuten aan de rubus, dan laat u een enkele oude tak in tact en knipt u hier de zijtakjes vanaf zodat nieuw zijscheuten worden gevormd. Gebruik voor het snoeien van de braam schoon en scherp snoeimateriaal.
De braam heeft enige verzorging nodig. Het onderhoud van de braam bestaat naast snoeien uit bewateren, bemesten, mulchen, ondersteunen, beschermen in de winter en natuurlijk het oogsten en opeten van de bramen. Dit laatste is misschien wel het leukste deel van de verzorging van de braam. Oogsten kan doorgaans in augustus en september.
De braam heeft over het algemeen niet heel veel water nodig als deze eenmaal geworteld is. Alleen bij droge en warme periodes dient u wat vaker water te geven. Zorg dat de grond goed doorlatend is. U kunt de grondstructuur verbeteren door wat organisch materiaal toe te voegen. Eenmaal per jaar de braam bemesten is voldoende. In het voorjaar zodra de rubus uit gaat lopen, kunt u wat extra organische meststof toevoegen.
De bramenstruik is een echte klimplant en heeft dan ook wat ondersteuning nodig. U kunt de heester bijvoorbeeld met spandraden tegen een schutting, klimrek of een pergola leiden. De braam is winterhard maar niet wintergroen. Het is ook verstandig om in de winterperiode te mulchen, ofwel een extra bodemlaagje met bijvoorbeeld houtsnippers, blad of stro aan te leggen. De jonge scheuten van de rubus zijn dan wat beschermd tegen de vorst.
Gaat u een braam planten? Doe dit dan bij voorkeur in het voorjaar of de herfst. Een braam in pot gekweekt kunt u ook op andere momenten planten, zolang het maar niet erg droog en warm is en niet vriest. Kies voor de rubus een standplaats uit met half zon en halfschaduw. Een te donkere standplaats zorgt voor minder bloei en vruchten. De braam wordt daarnaast blij van een licht-kalkhoudende grond. Een lichte zandbodem kunt u verbeteren door er compost of humus door te mengen. Een zware kleibodem kan gemengd worden met zand of kiezelstenen zodat het water beter weg kan lopen.
Voor het planten van de braam graaft u een gat dat net zo diep is als de pot waar de rubus in staat na aankoop. De plantafstand is sterk afhankelijk van de soort braam. Sterk groeiende soorten hebben meer ruimte nodig dan compacte potsoorten. Kies in ieder geval een ruime plantafstand als u meerdere braam planten gaat plaatsen, zodat elke heester voldoende licht heeft en de bloemen en vruchten optimaal kunnen groeien. Na het planten van de braam geeft u voldoende water.
U kunt op verschillende manieren een braam vermeerderen, bijvoorbeeld door afleggen en wortelstekken. Een braam stekken via de wortels is niet heel moeilijk. U plant dan wortels met een lengte van circa tien centimeter opnieuw uit. Afleggen is ook een manier om een rubus te vermeerderen. U neemt een gezonde tak en buigt deze naar de grond. U maakt een stukje grond los en legt daar de tak in. Om te zorgen dat de tak niet terug buigt, zet u deze met een stangetje vast of leg er een steen op. De tak zal nu in de aarde nieuwe wortels aanmaken. Wanneer dit is gebeurd, kunt u het stekje eruit halen en op een andere plek los van de braam planten.
De braam is een sterke heester maar wordt veel bezocht door vlinders en bijen. Het kan gebeuren dat er eitjes op de rubus worden achtergelaten waar vervolgens rupsen uitkruipen. Deze maken gaatjes in het blad en kunnen ervoor zorgen dat het blad verdroogt. Geen nood, want na enkele weken stoppen de rupsen vanzelf en zal de struik zich herstellen. Ook kan de braam door roest, een schimmelziekte, worden aangetast. Op de bladeren verschijnen dan rode vlekjes.